Oude muurschilderingen

Vulcania

In het pand Geerstraat 30 (anno 2022 Café Ons Limburg) was vanaf de jaren dertig het bedrijf Vulcania gevestigd van familie Joh. Kockelkorn, Meertens & zoon. Vulcania had een vulcaniseerinrichting om rubberbanden middels een chemisch proces minder snel te laten verouderen onder invloed van UV licht. Naast banden handelen ze ook in accu’s.

Op de linker zijgevel stond in 1955 een reclametekst van Komeet accu’s, een bedrijf dat anno 2022 nog steeds bestaat.


Amstel Bieren

Op de rechter zijgevel van Hotel de Gouden Leeuw, Wilhelminaplein 7 (later Femina) stond in 1933 een grote geschilderde reclame van Amstel Bieren. Amstel had sinds 24 april 1930 een brouwerij aan de Kempkensweg in Heerlen daar waar nu de HOPPENhof en het busstation zijn. Maar dat was niet de enige muurschildering op die gevel want later is er nogmaals een reclame schildering van Amstel Bieren aangebracht. Helaas is er niets meer van te zien.


Saroleastraat

Op de linker zijgevel van Saroleastraat 80 die nu wit geschilderd is hebben minstens twee muurschilderingen gestaan. Omdat de schildering maar half te zien zijn op de foto’s is het moeilijk om er iets over te vinden. 

Wat wel duidelijk te zien is bij één van de schilderingen is een dame en de naam “Victoria”. Om de hoek in de Stationsstraat bevond zich een hotel Victoria. Het is niet duidelijk of dat met elkaar te maken had.

Op het adres Saroleastraat 80 was sigarenmagazijn Frans Hertog gevestigd. Op oude foto’s is bij hotel Victoria een bord te zien waar “sigarenmagazijn” op staat.


Wijnhandel Tissen

In november 1923 vestigt de Maastrichtenaar Alphons Tissen (1897 – 1943) zich in Heerlen waar hij een vestiging van de distilleerderij, likeurstokerij en wijnhandel van zijn vader gaat exploiteren in een pand aan de Geleenstraat. Twee jaar later verhuist hij naar de Benzenraderweg en in 1927 wordt in de Laanderstraat het kantoor en magazijn gevestigd. In 1928 trouwt hij met Josephina Hochstenbach en gaan ze in de Laanderstraat 6 wonen.

In 1929 wordt een filiaal in Bleijerheide geopend. Tien jaar later ontwerpt zijn schoonbroer Frits Peutz het pand aan de Geleenstraat 7 voor hen .

Het filiaal in Hoensbroek en Schaesberg worden rep. vanaf 1940 en 1950 genoemd in advertenties. Alphons Tissen is in 1943, kinderloos overleden, de weduwe zet het bedrijf nog voort tot ongeveer 1968. 

Bron: Lieke Willems – Land van Herle 2019 – https://www.landvanherle.nl/editie/2019/2019-2.pdf


Apotheek Peerboom & Witteveen

Op de kopgevel van de Saroleastraat 32 stonden ooit twee reclame schilderingen boven elkaar. De bovenste bestond uit het woord “Apotheek” en verwees naar apotheek Peerboom die daar in 1920 was gevestigd (misschien zelfs al eerder) en de ander was van “Witteveen” damesconfectie.

Witteveen is in 1883 opgericht door Meindert Witteveen uit Heerenveen onder de naam M.J. Witteveen Mode Magazijnen. In de winkels waren alle benodigdheden te koop voor het maken en herstellen van kleding en vanaf 1887 kon je er ook mantels kopen. Omdat de mantel verkoop erg goed ging werd de naam van de keten in 1900 verandert in “Mantelmagazijn Witteveen”

In 1913 kwam Josephus Theodorus Witteveen, zoon van Meindert in Heerlen wonen en opende er geheel zelfstandig een damesconfectie winkel op het Emmaplein onder de naam J.Th. Witteveen N.V. naderhand verhuisde hij met winkel en gezin naar de Saroleastraat 30. In 1964, tien jaar na de dood van Josephus Witteveen werd de winkel verkocht aan Vinke’s verenigde modemagazijnen N.V.

Daarmee is het verhaal nog lang niet klaar want: broer Gregorius Vincent Witteveen opende in 1919 in Eindhoven het Mantelmagazijn Witteveen naar Heerlens voorbeeld. Hij deed dit onder de vlag van het moederbedrijf M.J. Witteveen Mode Magazijnen. Broer Theodorus Joseph Witteveen, niet te verwarren met Josephus Theodorus Witteveen, opende in 1927 een winkel in Breda en in 1930 in Tilburg. Ook deze winkels vielen onder de vlag van het moeder bedrijf. In 1940 opende een winkel in de Kalverstraat in Amsterdam en in 1947 een in Rotterdam. 

Eind jaren veertig gingen de broers ieder hun eigen weg. Theodorus Witteveen splitste zich af van het moederbedrijf en ging verder met de winkels in Breda, Tilburg en Rotterdam en Gregorius Witteveen bouwde de winkelketen uit tot 98 filialen.

Na vele ups, downs en overnames bleven nog slechts 30 filialen over. De winkelketen ging in december 2019 failliet en zo verdween ook de naam Witteveen uit het straatbeeld. Behalve in Heerlen! Want daar staat nog heel vaag de naam Witteveen te lezen op de gevel bij Saroleastraat 30.

Bronnen: Wikipedia, Rijckheyt, Heerlen Vertelt, Land van Herle.


Een verborgen “Rembrandt” in Heerlen.

Tussen de kopgevel van de Oranje Nassaustraat 2 en de kopgevel van de appartementen van Bongerdstaete  gelegen aan de Oranje Nassaustraat (CZ kantoor) bevindt zich een muurschildering. Opgesloten tussen de twee gevels is de schildering beschermt tegen licht, weer en wind.

De eigenaar van de schoenenzaak aan de Oranje Nassaustraat 2, Jos Schins heeft in de jaren dertig opdracht gegeven voor het maken van de reclameschildering, iets dat in die tijd niet ongewoon was.

Dhr Schins had gehoord dat schildersbedrijf Botterweck een werknemer in dienst had met de bijnaam “Rembrandt” omdat hij naast het schilderen van kozijnen en muren ook heel vaardig was met potlood en penseel. 

Het schildersbedrijf kreeg de opdracht om de muurschildering te laten maken door “Rembrandt”, als extra beloning kreeg de schilder na afloop een paar leren schoenen kado. 

In de jaren vijftig heeft de Nederlandse Middenstandsbank tegen de gevel van Schins aangebouwd waardoor de schildering uit het zicht verdween. Iedere keer als er op die plek nieuwbouw wordt gepleegd (laatste keer in 1997) komt de schildering weer te voorschijn en staan de Heerlenaren vol verwondering te kijken naar de oudste en best bewaarde gevelreclame van Heerlen.

Bron: Jo Jansen


Vliegtuigcrash Schelsberg

In de nacht van 14 mei 1943 stegen vanuit Chedburgh Airfield 19 gloednieuwe Stirling-bommenwerpers op. Beladen met 1105, 4 ponders – 65,  4-ponders ‘X’ en 88, 30 ponder brandbommen

Rapporten van de Luchtbeschermingsdienst (LBD) in de gemeente Heerlen: 

01:47 uur

Er wordt luchtalarm gegeven.

01:49 uur

Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: ‘zwaar motorgeronk van west naar oost’.

01:52 uur

LBD post bij de vroedvrouwenschool op Heerlerbaan meldt: “Luchtgevecht in noordelijke richting en afweer in het oosten.”

02:01 uur

Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: “Vliegtuig brandend neer in oostelijke richting”. 

Het is duidelijk dat in de omgeving van Heerlen Luftwaffe-nachtjagers de bommenwerpers onderschept hebben. 

02:10 uur

Melding: “In noordoostelijke richting stort wederom een vliegtuig brandend neer”.

02:14 uur

De LBD-post Vroedvrouwenschool komt tenslotte met de melding van een crash “Lichtverschijnsel in noordwestelijke richting, luchtgevecht boven de stad, vliegtuig in brand”. 

02:14 uur

Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: “vliegtuig stort brandend neer in de richting Schaesberg”. 

02:16 uur   

Men ziet het toestel brandend neerstorten in de richting Heerlerheide.

02:20 uur

Melding: “aan de Schelsberg, vliegtuig brandend neergestort; woning in brand”.

De 22 jarige radio-telegrafist, Warrant-offices Leslie Sutcliffe, van de R-9242 vertelt van het luchtgevecht: “We waren met een lading brandbommen op weg naar het doel toen we plotseling werden aangevallen door een JU-88, onze kist vatte vlam en het enige dat ik mij nog herinner is dat ik mijn in brand gevlogen parachute bluste en het toestel verliet”.

Uit waarnemingen op de grond bleek het niet te gaan om een JU-88 maar om een Messerschmidt die van de basis Venlo was opgestegen om de bommenwerpers op weg naar Bochum aan te vallen. De Duitse piloot Leutnant Schön behaalde in die nacht zijn vierde overwinning. In totaal zou hij 9 overwinningen behalen totdat hijzelf op 20 oktober 1943 om het leven kwam. 

De machtige Engelse bommenwerper stortte in stukken naar beneden; een gedeelte van de cockpit/romp, vleugel en motor kwam neer bij de voet van de Schelsberg, terwijl de rest van het toestel richting Palemig viel en terecht kwam in de heide nabij het pompstation van de kolenmijn Oranje Nassau IV. Het pand gelegen aan de Schelsberg nummer 17 werd geheel verwoest en de wrakstukken van de Stirling sloegen vlak achter het huis een krater van 15 bij 7 meter met een diepte van circa 7 meter. 

Rond half drie vlogen de Engelse bommenwerpers van oost naar west nadat ze hun bommen op Bochum hadden laten vallen, waarbij 394 gebouwen vernield en 716 zwaar beschadigd werden. Onder de bevolking van Bochum waren 302 doden te betreuren. 

In het pand aan de Schelsberg nummer 17, waar destijds de familie Gilissen woonde, raakte een viertal personen zwaar gewond; drie van hen zijn de volgende ochtend aan hun verwondingen bezweken.

Langs de weg werd een vijfde zwaargewonde, bewusteloze man gevonden, het was de 22-jarige radio-telegrafist van de R-9242. Hij werd die nacht met een bekkenbreuk overgebracht naar de verbandkamer van de ON IV en later naar het St. Josephziekenhuis in Heerlen. Na een week werd Sutcliffe overgebracht naar een militair hospitaal te Aken waar hij tot omstreeks 28 juli verbleef. Daarna vertrok hij voor ondervraging naar het gevangenenkamp Dulag Luft bij Frankfurt. Uiteindelijk kwam Sutcliffe in kamp Stalag IVB bij Mühlberg a/d Elbe terecht waar hij in 1945 door het Rode Leger werd bevrijd. 

Navigator Minton en bommenrichter Gullick, werden eveneens gevangen genomen. 

Piloot Sergeant Gibbney 

Boordwerktuigkundige Sergeant Stannard  

Boordschutter Sergeant Leake

Boordschutter Sergeant Tinkler 

…….. heben de crash niet overleeft. Slechts één lichaam is teruggevonden maar kon niet meer geïdentificeerd worden. Het lichaam is begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Heerlen aan de Akerstraat. Het graf van de onbekende RAF sergeant is een monument voor de vier jonge mannen die in de nacht van 14 mei 1943 hun leven lieten in het gevecht voor onze vrijheid.

Bron: Peter Pauwels

GMS agenda

Datum – TijdEvenementLocatie
10 februari – 13 tot 17 uurGMS on tour WandelingStart Cultuurhuis
10 Februari – 19:00 tot 20:30 uurGMS on tour PresentatieDigitaal (info na aanmelding)
26 feb t/m 1 mrtCarnaval ???Het zuiden
26 februari 20:11 uurCarnavalsbalJuphuis Schandelen
28 februari 20:11 uurCarnavalsavondJuphuis Schandelen
1 maart 14:11 uurKindermiddagJuphuis Schandelen
2 t/m 5 augustusKinder Vakantie Werk HeerlenNa aanmelding

Coriovallum

Aan het einde van de 19e eeuw kwam priester – archeoloog Jos Habets (1829 – 1893) er achter dat het Heerlen moest zijn dat met Cortovallio op de Peutingerkaart* werd aangeduid. Omdat de kaarten één of meerdere malen handmatig zijn gekopieerd is er misschien een schrijffout gemaakt.

Cortovallio zou een vebastering kunnen zijn van de Keltische naam Corio Valio dat “versterkte gastvrije plaats” betekent.

Maar het kan ook Coriovallum zijn dat letterlijk “Leer/Huid – Wal” betekent in het Latijn. Dit kan uitgelegd worden als een plaats waar een leerlooierij was en waar eventueel huiden verhandeld werden. De “wal” kan duiden op een heuvel tussen de Caumerbeek en Geleenbeek.

Anderen denken dat Corio uit het Keltisch afkomstig is en “stam, leger of troep betekent en Vallum uit het Latijn en “gunstig gelegen versterking” of “legerplaats” zou betekenen. Opmerkelijk is dat het Romeinse Heerlen nooit een militaire legerplaats is geweest.

Nog een andere optie is dat het Cortovallum moet zijn, dat “versterkt hof” betekent.

En dan willen we ook nog opmerken dat Corium “klei” of “potaarde” betekent. Het zou een verwijzing kunnen zijn naar de pottenbakkers industrie in het Romeinse Heerlen van toen.

Zolang de etymologen (Mensen die de herkomst van woorden onderzoeken) het niet eens zijn, zullen we het gewoon Coriovallum blijven noemen.

Nu dient zich, bijna onvermijdelijk de volgende vraag aan:
Wat is de etymologie van Heerlen?

Heer betekent “droog” en len is afgeleid van het Frankische “loo” dat Bos betekent. De betekenis is dus “droog bos”. MAAR door “heer” op een andere manier af te leiden zou het ook “nat bos” kunnen betekenen.

Het bos van De Heer of ‘n heer zou ook goed mogelijk zijn.

Zo ziet u dat ook voor de betekenis van de naam Heerlen meerdere verklaringen te vinden zijn, welke de juiste is weten we niet. Misschien dat er nog meer verklaringen mogelijk zijn of zelfs de ronde doen.

*De Peutingerkaart is een kopie van een Romeinse reiskaart uit de 3e of 4e eeuw. Het is een schematisch wegenkaart van het Romeinse rijk. De oudste kopie dateert uit de 13e eeuw en was eigendom van Konrad Peutinger die het document in 1507 heeft geërfd. Het document bestond uit 12 bladen (38 x 59/65 cm) waar er nog 11 van over zijn.

Henri Sarolea

Nadat Hen­ri Sarolea (1844 – 1900) de waterstaatkundige opleiding met als speciali­satie spoor­­wegbouw met goed gevolg had afgesloten is hij bij Rijkswaterstaat gaan werken.

Henri Sarolea

Begin jaren zeventig van de negentiende eeuw werd hij door ir. J.L. Cluyse­naer gevraagd voor een spoorwegproject op Sumatra (Ne­derlands-Indië). In 1873 vertrokken Cluysenaer en Sarolea naar Sumatra om voorbereidend werk te doen. Sarolea bleef tot 1886 voor de Staats­­spoorwegen in Nederlands-Indië werken. 

Hij kwam terug naar Nederland, naar Heerlen om precies te zijn en werd betrokken bij het onderzoek naar een tramverbinding tussen Sittard, Heerlen en de Locht omdat de resultaten van het onderzoek niet aan de verwachtingen voldeden is het plan niet doorgegaan. Daarna ging Sarolea plannen maken voor een spoorwegverbinding tussen Sittard, Heerlen en Herzogenrath. In 1889 kreeg hij toestemming voor de aanleg van de spoorverbinding en ging hij op zoek naar financiers voor het project.

Het Rijk wilde niet mee betalen aan een lokale spoorweg. Bij de Staatsspoorwegen had hij meer geluk mede dankzij het feit dat zijn vroegere chef en collega, ir. Cluysenaer er directeur generaal was geworden. Hij kreeg er een lening van fl. 900.000 en de Staatsspoorwegen zouden de spoorlijn aanleggen en exploiteren. Provinciale Staten droegen fl. 150.000 bij. De gemeenten langs het traject deden ook allemaal een grotere of kleiner duit in het zakje, zo kwam er een bedrag van fl. 1.147.000 bij elkaar.

In 1891 werd Sarolea, directeur-generaal van de nieuw opgerichte Nederland­sche Zuider-Spoorwegmaatschappij. De directeur van de steen­ko­lenmijn Nordstern in Aken, Carl Honigmann, werd een van de grotere aandeelhouders van de maatschappij.

In 1893 werd met de aanleg begonnen en op 30 april 1896 reed de eer­ste trein over het nieuwe spoor. In 1898 namen de Staatsspoorwegen zoals afgesproken de spoorlijn over en werd de Nederland­sche Zuider-Spoorwegmaatschappij ontbonden.

In hetzelfde jaar (1891) dat de Nederland­sche Zuider-Spoorwegmaatschappij werd opgericht, werd ook de Maat­schap­pij tot Exploitatie van Limburgsche Steenkolenmijnen op­gericht. De vennoten van deze maatschappij waren de heren Sarolea, de broers Fried­rich en Carl Honigmann en de Financiële Maatschappij voor Nijver­heidsondernemingen. Er worden zeven concessies* verworven voor het delven van kolen.

Eind 1893 werden de statuten van de maatschappij goedgekeurd. Sarolea was lid van de Raad van Bestuur, de voorzitter van de Raad van Bestuur werd ir. Cluy­senaer en de gebroeders Honigmann werden de grootste aan­deelhouders. 

Bij de start van de Oranje Nassaumijn werden 1500 aandelen uitgegeven van 1000 gulden. Slechts tien van die aandelen waren in handen van Sarolea en 1370 in handen van de gebroeders Honigmann.

 Er werden 7 concessies gekocht voor het delven van kolen.

Friedrich Honigmann begon onmiddellijk met de aan­leg van schacht I in Heerlen volgens een door hemzelf ontwik­kel­de boormethode, de schacht boormethode met dikspoeling.

In 1899 werd de eerste steenkolenmijn van Heerlen in bedrijf genomen en werden de kolen per spoor vervoerd. Henri Sarolea, de drijvende kracht achter deze voor Heerlen zo ontzettend belangrijke ontwikkeling overleed te Heerlen op 12 september 1900 op 56-jarige leeftijd aan een hartaanval.  Eind 1906 werd er een straat aangelegd van het station naar de markt die de naam kreeg van deze voor Heerlen zo belangrijke man, de Saroleastraat.

* Een concessie is een vergunning van de overheid die anderen uitsluit. De verkrijger van de concessie of concessiehouder krijgt dus een monopolie op bijvoorbeeld een stuk grondgebied.

De Gruyter

Mercurius
De Gruyter Saroleastraat Heerlen 1959

In 1926 werd er een bouwvergunning aangevraagd voor het bouwen van een winkel-woonhuis met bakkerij en vier winkelhuizen met woningen aan de Akerstraat-Kouvenderstraat in Hoensbroek. In het hoekpand van deze serie zou de 156ste filiaal van De Gruyter gevestigd worden.

Piet de Gruyter (1795-1867) opende in 1818 in den Bosch zijn eerste kruidenierswinkel. Het aantal winkels groeide generatie op generatie uit tot een familiebedrijf dat uiteindelijk bestond uit 17 fabrieken en 525 winkels hoofdzakelijk in Nederland.

Door de sterk groeiende concurrentie van grote zelfbedieningszaken in de jaren vijftig en het feit dat De Gruyter vasthield aan het traditionele winkelmodel moesten steeds meer De Gruyter winkels de deuren sluiten en in 1977 viel het doek voor de laatste winkel.

De winkels waren dan wel gesloten maar veel panden waren nog te herkennen aan de typische De Gruyter huisstijl die zich kenmerkte door een blauwe betegelde voorgevel in art-decostijl met één of twee blauwe keramische afbeeldingen van Mercurius, de Romeinse god van de handel.

De Gruyter Akerstraat Hoensbroek
De Gruyter Akerstraat Hoensbroek
De Gruyter Emmaplein Heerlen
De Gruyter Homerusplein Heerlen

Oud Schandelen

Architect N.J. van Tienen ontwierp 42 woningen voor spoorwegpersoneel die in 1914 werden gebouwd in Schandelen. Door dezelfde architect werden de woningen van Eikenderveld ontworpen die tussen 1922 en 1927 zijn gebouwd. De gelijkenis tussen beiden woninggroepen is overduidelijk. Op het pleintje (Nieuw Schandelen) is een gevelsteen aangebracht die verwijst naar de “Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen” afgekort “SS”. Deze maatschappij zou in 1917 overgaan in de Nederlandse Spoorwegen (NS).

Spoorwegkolonie

De Spoorwegkolonie in de wijk Eikenderveld is een beschermd stadsgezicht. De kolonie is in vier fasen gebouwd tussen 1912 en 1927. De woningen zijn gebouwd in opdracht van “Samenwerking”, dat was een coöperatieve woningbouwvereniging voor spoorwegpersoneel. De huizen uit fase één en twee zijn in 1980 afgebroken. De huizen uit fase drie en vier (1922 tot 1927) zijn bijna allemaal ontworpen door architect van Tiene, die ook het stratenplan heeft ontworpen. In de Laanderstraat staan acht woningen uit 1905 die bestemd waren voor personeel van een toeleveringsbedrijf van de mijn.

<-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><-><->

Café “De Slok” aan de Laanderstraat 85 in Eikenderveld.

Het feit dat er in 1912 in de zogenaamde spoorweg kolonie (oorspronkelijk alleen voor spoorwegpersoneel) een café werd gebouwd geeft aan dat de rooms katholieke kerk geen invloed had in de wijk. Het was een de socialistische woningbouwvereniging “De Samenwerking” die deze wijk heeft laten bouwen.

Opvallend is het metselwerk en de segmentbogen die “rusten” op een speklaag. Een leuk detail is de windwijzer boven op de gevel.

De architecten Joseph Seelen (1871-1951) en Henk Stoks (1887-1967) Bouwjaar: 1912-1934 Stijl: Traditionalisme

Mural Wandeling Heerlen Totaal

In het Openluchtmuseum Heerlen zijn veel muurschilderingen gemaakt door lokale (locals), maar ook door wereldberoemde kunstenaars. We hebben een route van 4 kilometer in kaart gebracht waar je maarliefst 34 murals kunt bekijken. Maar er is meer te zien, zoals pastups, cutouts, kleine beeldjes, tiles, draadkunst en stenciling om maar eens wat te noemen. Omdat het hierbij vaak om tijdelijke street art gaat hebben we deze werken niet aangegeven op de kaart, MAAR ze zijn er wel!

De “Mural Wandeling Heerlen Totaal” kunt u vinden onder de tab “wandelroutes” in de gratis Heerlen Totaal App .

Meer rondleidingen in Heerlen.

Street art?

Heilig Hart van Jezuskerk

Aan de Meezenbroekerweg (116) bevindt zich de Heilig Hart van Jezuskerk. Deze kerk is in 1927/28 gebouwd naar een ontwerp van architect Joseph Wielders (Sittard 3-9-1883 / Sittard 30-4-1949). De stijl is zakelijk-expressionistisch.

De kerk staat op een lage kerkheuvel die door een lage kerkmuur is omgeven. De gotische spitsbogen en de met baksteen beklede betonnen constructie zijn typisch voor het werk van Wielders.

Eugène Laudy heeft de glas-in-lood ramen gemaakt.

De kerk is een rijksmonument vanwege het orgel uit 1841, dat gemaakt is door de Gebr. Mueller uit Reifferscheidt (Duitsland), het orgel stond voorheen in de oude St. Petruskerk te Gulpen en is in 1968 gerestaureerd.

Ook de naastgelegen pastorie (Meezenbroekerweg 114) bouwjaar 1924 en de kapelanie (Meezenbroekerweg 112) bouwjaar 1927 zijn ook door architect Wielders ontworpen, evenals Schandelerstraat 75-77 (bouwjaar 1932).

Wielders ontwierp ook het patronaat (nu JUP-huis) aan de Schandelerstraat 79-81 dat van 1924 tot 1928 dienst deed als noodkerk.

In de zomer van 1956 werd het 40 jarig priesterjubileum van de afscheidnemende pastoor Houben groots gevierd er kwamen maar liefst 28.000 mensen op af. Het feest was een enorm succes, niet in de laatste plaats vanwege het geld dat het opgeleverd had. De parochieraad besloot het feest in de jaren daarna weer te organiseren en de winst te gebruiken voor het opknappen / renoveren van het patronaat. Bij de feestelijke opening van het nieuwe patronaat op 29 juni 1963 kreeg het de naam JUP-huis. 

JUP was de afkorting die men al sinds 1956 gebruikte voor het jaarlijkse feest (JUP-feesten) en is afgeleid van JUbileum Pastoor Houben.