Ons Dagelijks Brood

Ons dagelijks brood (O.D.B.) was een coöperatieve vereniging. De leden van deze vereniging kochten hun levensmiddelen bij de coöperatie. Aan het einde van het jaar kregen zij een dividend uitgekeerd. Hoe groot het dividend was, werd bepaald aan de hand van hoeveel men er gekocht had. Op deze manier werd de tussenhandel uitgeschakeld.

De O.D.B. is opgericht in 1911 door de “Christelijke Mijnwerkersbond” onder leiding van Mgr Dr. Poels. Na de moeilijke opstart jaren groeide de O.D.B. uit tot de grootste en machtigste coöperatie van Nederland met 57 winkels, 7 slagerijen en 3 bakkerijen in 1961.

Op 29 december 1963 fuseerde de O.D.B. met de coöperatieve vereniging Eendracht uit Vaals en veranderde de naam in Co-op Zuid Limburg. De groei ging door en er volgde een nieuwe fusie in september 1973 met de Maastrichtse broodfabriek Mabro. 

Het faillissement van de VLB (de Verenigde Limburgse Bakkerijen; onderdeel van de Co-op Zuid Limburg) in Heerlen in oktober 1974 betekende het einde van de broodafdeling en daarmee ook het einde van de O.D.B. broodventers.

De Co-op Zuid-Limburg bleef bestaan tot 1985.

Eén van de zeven slagerijen was gelegen aan de Dautzenbergstraat 28, anno 2023 kunnen we boven de voormalige winkel en de naastgelegen poort nog steeds de naam van de coöperatie zien. Achter de poort ligt een oprit naar een restaurant. 

Op de plaats van dit restaurant lag eerst een magazijn, dat hoorde toen bij de koloniale warenwinkel van de ODB aan de Saroleastraat 41. Dat magazijn werd op 24 november 1923 door brand verwoest.

In 1924/25 werd er in opdracht van de “Coöperatieve Vereniging Ons Dagelijksch Brood” een nieuw magazijn gebouwd. Dit magazijn was bereikbaar vanaf de Dautzenbergstraat, om precies te zijn via de poort naast de op 19 maart 1925 geopende ODB slagerij. Deze slagerij was zeker tot 1983 op dat adres gevestigd.

Tot wanneer het magazijn gebruikt is door ODB is niet bekend.

In april 1988 openen Walter en Henny Riedel in het magazijn een Italiaans restaurant. Vervolgens opende Linda Massij er een restaurant onder de naam “Het Nieuwe Pakhuis”, dat op 18 oktober 2014 haar deuren weer sloot. Daarna kreeg het restaurant weer een nieuwe eigenaar en ook een nieuwe naam, “Ronnie’s BBQ”, dat vervolgens weer van eigenaar wisselde en nu “Eten bij Coen” heet.

Stadswandeling Heerlen Totaal

Deze wandeling leidt u die u langs alle locaties die u volgens ons gezien moet hebben als u Heerlen bezoekt. De meeste Heerlenaren kennen al die locaties, maar kennen zij ook het verhaal dat erbij hoort?

Het is een audiotour van 2,9 km met een digitale routekaart. U kunt op ieder willekeurig punt op de route starten en ook de looprichting is vrij te kiezen. 

Zo leert u Heerlen kennen in één à anderhalf uur.

P.S. Voor rolstoelgebruikers zijn  het Schachtgebouw en de Heron  alleen via een flinke omweg (900 meter heen en 900 meter terug) te bereiken.

Synagoge Heerlen

De eerste synagoge van Heerlen werd in 1852 opgeknapt, wanneer deze is gebouwd en ingewijd is onbekend. We hebben het hier over de synagoge aan de Veemarkt (nu Wilhelminaplein) die tot 1936 in gebruik is geweest.

Sinds 1778 was er een joodse begraafplaats op de plek waar anno 2022 de Morenhoek is. Vanwege ruimtegebrek werd er in 1811 een nieuwe begraafplaats aangelegd aan de Schinkelsteeg (nu Stationstraat) en vanaf 1900 werden de joden begraven naast de algemene begraafplaats aan de Akerstraat.

Op de plek van de begraafplaats aan de Stationstraat werd in 1936 een nieuwe synagoge gebouwd. De daar aanwezige graven zijn niet geruimd; er is overheen gebouwd.

Direct na de bevrijding van Heerlen is de geplunderde synagoge, waarvan ook het interieur vernield was, opnieuw ingewijd. In 1959 volgde pas een totale renovatie van het gebouw.

Omdat het aantal gemeenteleden terug liep is de synagoge sinds 1985 niet meer in gebruik en zijn de joodse gemeenten van Heerlen, Roermond en Maastricht samengevoegd.

De synagoge is anno 2022 privé eigendom en licht verborgen achter een bloemenzaak te wachten op ……………?

Mijn / Stads Wandeling

Tijdens een stadswandeling verteld de gids u over het Heerlens verleden. Romeinse tijd, middeleeuwen, mijn-tijd, de laagtij dagen en de moderne tijd.

Tijdens een mijnstad-wandeling verteld de gids u over het mijnverleden van de stad aan de hand van gebouwen en straten die er nu nog zijn.

Tijdens een mijn-wandeling gaat u met de gids een wandeling maken over het voormalige mijnterrein van de Oranje Nassau 1 mijn en wordt er vooral aandacht besteed aan het bovengrondse mijn-verhaal en wat daar nog van te zien is. Voor het ondergrondse mijn-verhaal bevelen wij onze collega s van Het Nederlandse Mijnmuseum van harte aan.

Rondleidingen Heerlen

Stadswandeling
Stuyt-wandeling
Architectuur-wandeling
Rondleiding Steenkool en Street Art
Mijnstad wandeling
Peutz-wandeling
Rondleiding Aambos
Rondleiding landgoed Terworm
Mijn-wandeling
Rondleiding Tempsplein
Street Art wandeling
Rondleiding Glaspaleis

.

Rondleiding Sint Pancratiuskerk.
Gratis!
Alle zaterdagen tussen 14 tot 16 uur.
Rondleiding Maankwartier
Rondleiding Landsfort
Rondleiding Aurora
Landschapswandeling Caumerbeekdal

Habitat

Kunstenaar Jaap Bongers maakte dit marmeren beeld dat de naam “Habitat” kreeg maar dat raar genoeg  “Geborgenheid” wordt genoemd. 

Dit kunstwerk is een afgeleide van een werk uit een serie van vier kunstwerken met de titel “the environment of the ancient drummer”, dat opzich weer een onderdeel is van een grotere serie werken “archeologische resten van een imaginaire cultuur”

De basisvorm voor de vier kunstwerken is het drie-dimensionaal ovaal (Ellipsoïde). 

Een sarcofaag, gemaakt van een 2 meter lange boomstam, die aan de uiteinden is afgerond (3-dimensionale ovaal) en in de lengte doormidden is gezaagd, tussen de twee helften zijn 4 houten blokken gelegd waardoor er een spleet ontstaat. De sarcofaag symboliseert de dood.

Een spleettrommel in de vorm van een ellipsoïde, is gemaakt uit één blok eikenhout en heeft uiteraard ook een spleet. De spleettrommel staat voor communicatie.

Een huis in de vorm van een dwars doorgesneden ellipsoïde die op zijn platte kant staat. Het origineel is een geraamte van betonijzeren waaroverheen in teer gedrenkt jute is gespannen en dat ook een (verticale) spleet heeft. De huisvorm staat voor het actieve leven.

Deze huisvorm is de basis voor het marmeren beeld dat hij later voor Heerlen zou gaan maken.

Dan is er nog een kleinere huisvorm die hetzelfde uitziet als het huis alleen kleiner. Dit kleine huis is een tempel en staat voor de spiritualiteit.

Het beeld “habitat” werd in 1984 onthuld bij een schoolgebouw van het toenmalige Arcus College aan de Meezenbroekerweg in Heerlen en is een symbool van eenvoud en natuurverbondenheid. Toen de school in 2014 naar de nieuwbouw aan Valkenburgerweg is verhuisd is ook het beeld naar de nieuwe locatie verplaatst.

Het maken van het beeld heeft al met al een klein jaar geduurd en is in marmer uitgevoerd omdat Bongers in die tijd in Italië (Pietrasanta) woonde en omgeven was door beeldhouwers die veel met marmer werkten, bovendien kun je natuurverbondenheid beter met een natuurproduct uitbeelden dat bestand is tegen weer en wind en last but not least heeft marmer een prachtige uitstraling.

Door de driedeling lijkt de sculptuur groter en is het net als een huis opgebouwd uit lagen.

Jaap Bongers is in 1954 geboren in Geleen en verhuisde op zijn 17de naar Maastricht waar hij studeerde aan de Stadsacademie, daarna aan de academie in Milaan en weer terugkeerde naar Maastricht om aan de Jan van Eyckacademie zijn studie af te ronden. De belangstelling voor de natuur en de archeologie is hem door pa en ma Bongers met de paplepel ingegeven. Sinds 2019 woont hij in Botswana.

Onderstaande link verwijst naar een film over het project “the environment of the ancient drummer”

Bron: Jaap Bongers

Straatnamen Grasbroek

BoerhaavestraatHerman(us) Boerhaave (Voorhout, 31 december 1668 – Leiden, 23 september 1738) was een Nederlands arts, anatoom, botanicus, scheikundige en onderzoeker. Hij was een hoogleraar die een tijdlang drie van de vijf leerstoelen van de medische faculteit bekleedde, rector magnificus was van de Universiteit van Leiden en directeur van de Hortus botanicus Leiden. Hij stond bekend als begenadigd docent en was een van de bekendste mannen van Europa, wiens faam zelfs tot in China was doorgedrongen. Boerhaaves motto was Simplex sigillum veri – Eenvoud is het kenmerk van het ware.
Buys BallotstraatChristophorus Henricus Dedericus Buis Ballot (Kloetinge, 10 oktober 1817 – Utrecht, 3 februari 1890) was een Nederlandse meteoroloog, scheikundige en natuurkundige. De meteriologische Wet van Buys Ballot. Hij was een van de personen, die in 1854 aan de wieg van het KNMI stonden.
CluysenaerstraatIr. J.L. Cluysenaer (geb. 1843 te Breda – overl. 1932 in Den Haag) was een spoorwegingenieur en ontwierp een ingenieuze spoorlijn van de kolenvelden op Midden Sumatra naar zee, hij was oprichter van de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Spoorweg Maatschappij (NZASM). Als directeur-generaal van het Staatspoor steunde hij de aanleg van de spoorlijn Sittard-Herzogenrath door een aparte maatschappij, om zodoende de kolenvelden in Limburg te ontsluiten. Sinds 1893 was hij president-commissaris van de Mij. tot Exploitatie van Limburgsche Steenkolenmijnen, die de Oranje-Nassau-mijn in bedrijf bracht, maar desondanks was hij voorstander van staatsexploitatie van de Limburgse kolen.
EdisonstraatThomas Alva Edison (februari 1847 – oktober 1931) was een Amerikaanse uitvinder en oprichter van General Electric Company, die zijn fortuin maakte door uitvindingen op te kopen en de octrooien op zijn eigen naam vast te leggen. Als deze succesvol bleken, perfectioneerde hij ze en nam ze in productie. Edison was lange tijd recordhouder voor het grootste aantal octrooien toegekend aan een persoon (ongeveer 1400). Edison was niet de uitvinder van de gloeilamp maar heeft deze wel verder ontwikkeld en in productie genomen. De gloeilamp werd reeds in 1806 bedacht door Humphry Davy.
Frans DohmenhofFranciscus Stanislaus Dohmen (1910 Kerkrade – 1991 Kerkrade) (Duitse moeder en een Poolse vader)
In 1944 richt hij de Nederlandse Katholieke Mijnwerkersvakbond op die in 1941 was opgeheven. Hij is daarvan voorzitter tussen 1944 en 1971.
Behalve voorzitter van de KMB was hij voorzitter van het Wereld Muziek Concours en voorzitter van de Stichting St. Anna in Heel, Schinnen, Maastricht. Hij was tevens lid van het dagelijks bestuur van het Nationale Rode Kruis, regent van het De Weverziekenhuis in Heerlen en bestuurder bij het Chevremonts Mannenkoor 1912.
Graham BellstraatAlexander Graham Bell (Schotland maart 1847 – Canada augustus 1922) was een Schots-Amerikaans uitvinder, autodidact en de oprichter van de telefoonmaatschappij Bell, die uitgroeide tot de American Telephone and Telegraph Company (AT&T). Bell was medeuitvinder van de telefoon.
GrasbroekWaterig grasland
GrasbroekerwegDe weg naar Grasbroek
John FlemmingstraatJohn Ambrose Fleming (november 1849 – april 1945) was een Engels elektrotechnicus en natuurkundige. Hij was de uitvinder van de eerste radiobuis (vacuümdiode) waarmee de elektronica een feit werd.
Kamerlingh OnnesstraatHeike Kamerlingh Onnes (Groningen, 21 september 1853 – Leiden, 21 februari 1926) was een Nederlands natuurkundige, winnaar van de Nobelprijs voor Natuurkunde in 1913 en hoogleraar aan de Universiteit van Leiden. Hij werd bekend vanwege het vloeibaar maken van het edelgas Helium bij -269 C en vanwege super geleiding.
KeesomstraatWilhelmus Hendrikus (Willem) Keesom (Texel, 21 juni 1876 – Leiden, 24 maart 1956) was een Nederlandse natuurkundige en hoogleraar aan het Kamerlingh Onnes laboratorium in Leiden. Hij werd wereldberoemd toen hij in 1926 als eerste erin slaagde om helium in de vaste fase te krijgen, door het bij hoge druk (150 bar) af te koelen
KochstraatHeinrich Hermann Robert Koch (Clausthal, 11 december 1843 – Baden-Baden, 27 mei 1910) was een Duits medicus en ontdekker van de tuberculose-bacterie.
Leo MoonenstraatJan Leonard (Leo) Moonen (Heerlen, 31 augustus 1895 – Bergen-Belsen, 2 april 1945) was een rooms-katholieke priester. Hij gaf als secretaris van het bisdom Roermond leiding aan het verzet in de provincie Limburg. Hij overleed in Bergen-Belsen aan de tyfus.
LTM wegOp deze plek stond de LTM (Limburgse Tramweg Maatschappij) remise, eerst voor trams later voor bussen.
LumièrestaatDe gebroeders Lumière, Auguste Lumière (oktober 1862 – april 1954) en Louis Lumière (oktober 1864 – juni 1948), waren Franse zakenlieden en filmpioniers. Met de uitvinding van de cinématographe, ’s werelds eerste projectieapparaat, waren zij een van de grondleggers van de cinematografie. Louis Lumière wordt dan ook vaak “de vader van de cinema” genoemd.
Marie CuriestraatMaria Salomea (Marie) Skłodowska-Curie (november 1867 – juli 1934) was een Pools-Frans schei- en natuurkundige. Ze ontving samen met haar man Pierre Curie (natuurkundige) en met Becquerel in 1903 de Nobelprijs voor de Natuurkunde en in 1911 won ze de nobelprijs voor de scheikunde voor de ontdekking van de radioactieve elementen polonium en radium. In haar tweede vaderland Frankrijk is ze bekend als Marie Curie en ze wordt vaak aangeduid als Madame Curie.
MeezenbroekerwegDe weg naar Meezenbroek
PalemigerboordDe weg langs Palemig
PasteurstraatLouis Pasteur (december 1822 – september 1895) was een Franse scheikundige en bioloog, vooral bekend vanwege de naar hem vernoemde pasteurisatietechniek (het verhitten van levensmiddelen tot 72 C om bacterieen te doden waardoor het product langer houdbaar is) en door zijn ontdekking van het vaccin tegen hondsdolheid.
RoexhofOp deze plek was Roex bv gevestigd een bedrijf in bakkerijgrondstoffen.
RöntgenstraatWilhelm Conrad Röntgen (maart 1845 – februari 1923) was een Duits natuurkundige. Hij is vooral bekend door zijn ontdekking van de naar hem genoemde röntgenstraling. In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
SemmelweisstraatIgnaz Phillip Semmelweis (juli 1818 – augustus 1865) was een Hongaarse arts in het Keizerrijk Oostenrijk. Hij staat tegenwoordig bekend als de vader van de antiseptische methode. Een antisepticum of desinfectans is een ontsmettend middel, een bacterie-, schimmel- en virusdodend middel dat plaatselijk (uitwendig) kan worden gebruikt, op het lichaam of om instrumenten of werkvlakken te ontsmetten.
SittarderwegDe weg naar Sittard

Franciscanessen van Heythuysen

In het Limburgse dorp Heythuysen werd een zustercongregatie gesticht met de naam: “Zusters van de Boetvaardigheid en van de Christelijke Liefde van de Derde Orde van de H. Franciscus”, dat is een hele mond vol en daarom werd de orde kortweg “de Franciscanessen van Heythuysen” of ook wel “Zuster van de boetvaardigheid” genoemd.

De congregatie werd in 1835 gesticht en hield zich bezig met onderwijs aan arme kinderen en de zorg voor behoeftigen en zieken. 

De stichteres was Maria Catharina Daemen (Ohé en Laak 1787-1858 Heythuysen) werd binnen de orde Moeder Magdalena genoemd ze had haar kloostergelofte in 1817 afgelegd en in 1835 stelde zij zich samen met een aantal andere vrouwen onder de kloosterregels van de Heilige Franciscus. In 1869 volgde de Pauselijke goedkeuring pas.

In 1846 werd er een tweede klooster gesticht in Oldenzaal en daarna ging het snel. In 1858 waren er al 17 Franciscanessen kloosters en halverwege de twintigste eeuw waren er wereldwijd 4300 Franciscanessen verdeeld over 172 kloosters waarvan 34 kloosters in Nederland. Een van die Nederlandse kloosters was het klooster aan de Grasbroekerweg 166 dat in  1922 is gebouwd naar een ontwerp van architect Joseph Seelen.

Vanaf 14 november 1963 was opvang- en doorgangshuis De Dennenheuvel in het klooster aan de Grasbroekerweg gevestigd voor kinderen van 0 tot 16 jaar, die tijdelijk opgevangen moesten omdat de thuissituatie dat vereiste. De opvang duurde drie tot zes maanden waarna de kinderen in de regel weer terug naar huis konden, maar soms was het nodig om ze in een pleeggezin of internaat te plaatsen. De Dennenheuvel werd geleid door de zusters met ondersteuning een psycholoog, maatschappelijk werkers en activiteitenbegeleiders. Eind 1983 sloot De Dennenheuvel haar deuren

In januari 1984 namen vijf mensen het initiatief om  een baanlozen centrum te beginnen in het klooster. De zusters vonden dat goed en vroegen slechts fl 50,- per vierkante meter per maand om uit de kosten te zijn. Twee van de vijf beroepskrachten werden door de zusters betaald.

De twee beroepskrachten werden vanaf 1992 uit een ander potje betaald  omdat ook de zusters moesten bezuinigen. 

In 1994 werd de naam van het “Baanlozencentrum” veranderd in “De Baanbreker”. 

Hier volgt een overzicht (waarschijnlijk niet compleet) van initiatieven en groepen die onderdak hebben gevonden in de Baanbreker, sommige daarvan zaten er van af het begin in 1984.

Klokkenmakers gilde – Vrouwen in de bijstand – Scoutinggroep – Hobbygroep voor AOW’ers – Vredesburo – Fotografen collectief – Restaurant Kappesmoos (voor fl 6,- kreeg je er een warme maaltijd) – Bodypower (met zelfgemaakte fitnessapparatuur) – Muziekinstrumentenmakers – Peuterspeelzaal Pinokkio – Biologische tuin – Kinderboerderij – HIV vereniging Limburg

Eind jaren negentig kwam het klooster leeg te staan en is op een gegeven moment afgebroken om plaats te maken voor woningbouw die in 2010 is gerealiseerd. De kapel en een deel van de kloostermuren zijn blijven staan waardoor de contouren van het terrein herkenbaar zijn gebleven.

Als kers op de taart is de kapel in 2021/22 opgeknapt, met respect voor de historie van het gebouw zijn er drie luxe appartementen gerealiseerd, precies honderd jaar na de bouw. 

Lederwarenfabriek Hilda

Als zoon van een schoenmaker herkende Henk Verdonkschot de kwaliteit van de handgemaakte handtas die bij Jos Schins in de etalage stond. Vanaf dat moment wist hij het zeker, dit was het vak dat hij wilde leren. Hij voegde de daad bij de gedachte en liep de winkel aan de Oranje Nassaustraat 4 binnen en vroeg of hij als vrijwilliger aan de slag kon. 

Dat was in 1946 het begin van zijn loopbaan. Na een tijdje werd vader Verdonkschot uitgenodigd om bij Jos Schins de toekomst van zijn minderjarige zoon Henk te bespreken. Onder het genot van een borrel in de goede kamer werd besloten dat Henk opgeleid ging worden tot ledervakman.

Een van zijn eerste werkstukken die Verdonkschot mocht maken waren etuitjes voor nagelgarnituren (later ook voor reisnessesairs en philsave-etuis) die Schins had gekocht van een sigarenboer op de Schaesbergerweg die de garnituren uit Duitsland had gesmokkeld. Zo groeide hij in het vak.

Op de bovenverdieping van de Oranje Nassaustraat 4 was een atelier gevestigd waar Jo Kuckelkorn, die in Offenbach (het ledercentrum van Europa) het vak geleerd had, tassen en andere lederwaren maakte voor Jos Schins. Begin jaren veertig trouwde dochter Hilde Schins met deze Jo Kuckelkorn en zo ontstond lederwarenfabriek Hilda. Genoemd naar Hilde Schins die wel mede eigenaar was maar geen functie had binnen het bedrijf.

In 1949 vestigde lederwarenfabriek Hilda zich in een pand aan de Willemstraat daar werd met o.a. vaklieden uit Duitsland tassen en lederen kleding gemaakt voor de lokale markt maar ook voor de export binnen Europa. In de Oranje Nassaustraat bleven de lederwarenwinkel, de schoenenwinkel en de groothandel gevestigd. Al snel groeit het bedrijf ook daar uit zijn jasje en wordt er besloten om een nieuw pand te bouwen aan de Grasbroekerweg nummer 40. Met ongeveer 60 man personeel en Verdonkschot als bedrijfsleider beleefd de lederwarenfabriek daar haar hoogtijdagen. 

De jaren zeventig waren zware jaren in de lederwereld. Voor de lederwarenfabriek Hilda B.V. zelfs zo zwaar dat ze op 14 november 1974 door de Maastrichtse rechtbank failliet wordt verklaard waardoor 50 personeelsleden op straat komen te staan. Een teruglopende omzet, wanbetalers en een paar verkeerde beslissingen waren de reden dat dit prachtbedrijf ophield te bestaan.

Bron: Henk Verdonkschot

Lederwaren Jos Schins

“D’r hodele Schins va Vols” was de vader van 18 kinderen. Eén van die kinderen heette Jos. Jos Schins (1890 – 1950) was een ondernemend persoon die een tijdje handlanger was in de bouw en daarna als hemden verkoper langs de deuren ging. 

Een aantal vrienden van Jos waren zelfstandige schoenmakers en verdienden daar redelijk mee. Schins had een plan: zijn vrienden konden voor hetzelfde geld en minder rompslomp voor Jos komen werken, dan zou Jos langs de deuren gaan om de te repareren schoenen op te halen en terug te bezorgen. Zo begon Jos Schins een schoenmakerij in de Kleingraverstraat in Spekholzerheide.

De benodigde materialen zoals leer, rubber, gespen, lijm, spijkers e.d. werden ingekocht bij groothandel A. America in Valkenburg. Dat vond Schins erg interessant, in- en verkoop was een betrekkelijk eenvoudige manier van geld verdienen. Zo kwam het dat Schins een groothandel opende in Spekholzerheide waar de schoenmakers uit de omgeving hun materialen konden kopen. 

In 1930 opent Schins in de Oranje Nassaustraat 2 in Heerlen een schoenenzaak. Enkele jaren daarna wordt in het pand ernaast, Oranje Nassaustraat 4 een tassen, leder en fournituren zaak gestart.

Aan de markt in Kerkrade werd op 25 april 1940 een schoenenwinkel geopend die door mevrouw Schins werd gerund.

Schins wilde graag dat de 5 kinderen die het echtpaar inmiddels had, allemaal een eigen bedrijf zouden hebben. Vader Jos ging samen met zoon Alfred de groothandel in Kerkrade runnen. Moeder Schins bestierde de schoenenzaak aan de markt in Kerkrade. Zoon Huub zat met een groothandel in Heerlen (achter de schoenen- en tassen zaak van zijn broers aan de Oranje Nassaustraat). Zoon George had een schoenenzaak in de Oranje Nassaustraat 2. Zoon Hans had een lederwarenzaak in de Oranje Nassaustraat 4.

Op de bovenverdieping van de Oranje Nassaustraat 4 was een atelier gevestigd waar Jo Kuckelkorn, die in Offenbach (het ledercentrum van Europa) het vak geleerd had, tassen en andere lederwaren maakte voor Jos Schins. Begin jaren veertig trouwde dochter Hilde Schins met deze Jo Kuckelkorn en zo ontstond lederwarenfabriek Hilda.

Zoon Huub wilde graag de zaak in Kerkrade en zo kwam het dat Alfred de zaak in Heerlen en Huub de zaak in Kerkrade kreeg.

De Heerlense ledergroothandel is op een gegeven moment verhuisd naar Oirsbeek en daarna naar Nuth (1988), waar Schins leder anno 2022 nog steeds gevestigd is.

Bron: Martijn en Bert Schins