In 1955 hebben 4 beeldhouwers, onder wie Frans Gast (1927 – 1986) en Wim van Hoorn, op uitnodiging van de gemeente Kerkrade, een ontwerp gemaakt voor een Mijnwerkersmonument dat op de Markt in Kerkrade moest komen te staan.
Om inspiratie op te doen kregen de vier een ondergrondse rondleiding (in de steenkoolmijn in Valkenburg?). Toen Frans Gast tijdens de rondleiding met zijn onderarm het zweet van zijn voorhoofd veegde, kreeg hij het idee voor zijn ontwerp.
Hij heeft een model gemaakt dat hij indiende onder de titel “licht”.
Het model van Gast was het beste, toch wilde de jury graag het beeld van hem en dat van Van Hoorn eerst nog op 50% van de ware grootte zien.
Gast wilde een intuïtieve vergroting maken, maar op aanraden van zijn voormalig leraar en jurylid Oscar Jespers maakte hij een meetkundige vergroting. Het resultaat was teleurstellend en daarom werd het ontwerp van Van Hoorn uitgevoerd.
Op 16 juni 1957 werd op de markt in Kerkrade het Nederlandse nationale monument van de mijnwerkers onthuld met de titel “D’r Joep”.
Achttien jaar later werd Frans Gast door de gemeente Heerlen benaderd voor het maken van een standbeeld ter ere van de mijnwerkers. Het beeld van toen werd op intuïtieve wijze vergroot en goed bevonden.
Het laat een mijnwerker zien die zijn ogen beschermd tegen het felle daglicht op het moment dat hij terugkeert uit de donkere mijn waar het altijd nacht is. Het beeld is eenvoudig van opzet en heeft daardoor een zeer krachtige expressie.
Het beeld De Mijnwerker is op 3 september 1976 onthuld en staat voor het raadhuis aan de Geleenstraat.
Glück Auf