Dit kruis ook bekend als het kruis op de Nobelstraat is geplaatst eind 19e eeuw, de juiste datum is onbekend evenals de reden waarom het geplaatst is. Het is geschonken door twee rijke Heerlenaren, van één is de naam bekend, nl. Vijgen uit de Kruk (Wilhelminaplein), de andere schenker is onbekend gebleven.
Ook is bekend dat het kruis ingezegend zou zijn door pastoor Stassen, er is echter in de lijst met pastoors in Heerlen géén pastoor Stassen te vinden! Wel is er een rector Stassen in Welten en wel tussen 1865 en 1880, het ligt voor de hand dat deze rector (pastoor) het kruis heeft ingezegend.
Het kruis heeft een natuurstenen voet van ± 1,5 meter en daar boven op is een gietijzeren kruis van ± 1,25 meter met vliegerkast en ruit. Op de voet is de tekst: “Wir beten Dich an Christus Und preisen Dich denn durch Dein Kreuz hast Du die Welt erlöst” aangebracht.
Oorspronkelijk waren er twee petroleumlampen opzij van het kruis aangebracht
Na de plaatsing werd aan de bewoner van het huisje waar het kruis voor geplaatst was, dhr. Johan Jacobs gevraagd om het kruis te verzorgen en de lampjes brandend te houden.
Het was de bedoeling dat de bewoners van de Linge regelmatig zouden bijdragen in de kosten van de petroleum.
Toen Jacobs te oud werd om voor het kruis te zorgen is zijn dochter Geertruida Lempers-Jacobs, beter bekend als “ut road Truud” (rode haren?) of “Truudje van gen Linge”, hier mee doorgegaan. Jaar in jaar uit heeft zij er voor gezorgd dat het kruis verzorgd werd en de lampen brandden.
Ook was ze bekend om het feit dat ze de kinderen die op het kruis aan het klimmen waren er vanaf jaagde, en op hen mopperde als ze niet uitkeken bij het oversteken. Want het verkeer van tegenwoordig…
In 1948 is Geertruida gestorven en doofden de lampjes die ze ondanks crisis en oorlog met veel moeite brandend had gehouden en kwam er een einde van een ± 80-jarige traditie.
Een leuke anekdote kan ik hier nog wel vertellen, toen ik in 1950 naar school ging op de Ruijs de Beerenbroucklaan toen wisten andere kinderen mij te vertellen dat in dat kleine huisje een heks gewoond had. Ze had dus zoveel indruk gemaakt dat zelfs twee jaar na haar dood de kinderen dat nog wisten.
In 1965 werd het huisje afgebroken om plaats te maken voor een kantoorpand en ook het kruis ontkwam niet aan de slopershamer; en dan komt het toeval om de hoek kijken, of was er toch een ingrijpen van “Boven”.
Het kruis staat is stukken op stoep als er net een reporter van de krant “Het Limburgs Daglad” langskomt, deze realiseert zich wat hier aan het gebeuren is en roept er een fotograaf bij. Even later komt ook de dochter van Geertruida Lempers, mevr W. Kruysbeek-Lempers aan lopen en zegt “Herrgod, noe kin ich och nieks mieë dra dooë, noe motste dich mar redde”. Een en ander resulteerde in een sappig verhaal in de krant en dat had tot gevolg dat het kruis aan de overkant van de Bekkerweg geplaatst is en hopelijk nog tot in lengte van jaren voor Heerlen behouden blijft. Op de plaats van het oude huisje staat nu een modern kantoorpand, en een beeldje dat Geertruida Lempers voorsteld die met opgeheven arm achter de kwajongens aanzit.