13-Eigen-14072007.JPG

Het kruis “op gen Linge”

Dit kruis ook bekend als het kruis op de Nobelstraat is geplaatst eind 19e eeuw, de juiste datum is onbekend evenals de reden waarom het geplaatst is. Het is geschonken door twee rijke Heerlenaren, van één is de naam bekend, nl. Vijgen uit de Kruk (Wilhelminaplein), de andere schenker is onbekend gebleven.
Ook is bekend dat het kruis ingezegend zou zijn door pastoor Stassen, er is echter in de lijst met pastoors in Heerlen géén pastoor Stassen te vinden! Wel is er een rector Stassen in Welten en wel tussen 1865 en 1880, het ligt voor de hand dat deze rector (pastoor) het kruis heeft ingezegend.
Het kruis heeft een natuurstenen voet van ± 1,5 meter en daar boven op is een gietijzeren kruis van ± 1,25 meter met vliegerkast en ruit. Op de voet is de tekst: “Wir beten Dich an Christus Und preisen Dich denn durch Dein Kreuz hast Du die Welt erlöst” aangebracht.
Oorspronkelijk waren er twee petroleumlampen opzij van het kruis aangebracht

13-Eigen-14072007.JPG
Het kruis op de huidige standplaats. Bekkerweg – Benzenraderweg

Na de plaatsing werd aan de bewoner van het huisje waar het kruis voor geplaatst was, dhr. Johan Jacobs gevraagd om het kruis te verzorgen en de lampjes brandend te houden.
Het was de bedoeling dat de bewoners van de Linge regelmatig zouden bijdragen in de kosten van de petroleum.
Toen Jacobs te oud werd om voor het kruis te zorgen is zijn dochter Geertruida Lempers-Jacobs, beter bekend als “ut road Truud” (rode haren?) of “Truudje van gen Linge”, hier mee doorgegaan. Jaar in jaar uit heeft zij er voor gezorgd dat het kruis verzorgd werd en de lampen brandden.
Ook was ze bekend om het feit dat ze de kinderen die op het kruis aan het klimmen waren er vanaf jaagde, en op hen mopperde als ze niet uitkeken bij het oversteken. Want het verkeer van tegenwoordig…

Het kruis op de oorspronkelijke plaats voor het huis van ut road Truud

In 1948 is Geertruida gestorven en doofden de lampjes die ze ondanks crisis en oorlog met veel moeite brandend had gehouden en kwam er een einde van een ± 80-jarige traditie.
Een leuke anekdote kan ik hier nog wel vertellen, toen ik in 1950 naar school ging op de Ruijs de Beerenbroucklaan toen wisten andere kinderen mij te vertellen dat in dat kleine huisje een heks gewoond had. Ze had dus zoveel indruk gemaakt dat zelfs twee jaar na haar dood de kinderen dat nog wisten.
In 1965 werd het huisje afgebroken om plaats te maken voor een kantoorpand en ook het kruis ontkwam niet aan de slopershamer; en dan komt het toeval om de hoek kijken, of was er toch een ingrijpen van “Boven”.

Het kruis staat is stukken op stoep als er net een reporter van de krant “Het Limburgs Daglad” langskomt, deze realiseert zich wat hier aan het gebeuren is en roept er een fotograaf bij. Even later komt ook de dochter van Geertruida Lempers, mevr W. Kruysbeek-Lempers aan lopen en zegt “Herrgod, noe kin ich och nieks mieë dra dooë, noe motste dich mar redde”. Een en ander resulteerde in een sappig verhaal in de krant  en dat had tot gevolg dat het kruis aan de overkant van de Bekkerweg geplaatst is en hopelijk nog tot in lengte van jaren voor Heerlen behouden blijft.   Op de plaats van het oude huisje staat nu een modern kantoorpand, en een beeldje dat Geertruida Lempers voorsteld die met opgeheven arm achter de kwajongens aanzit. 

Het beeld is van de hand van Vera Tummers-van Hasselt en werd in 1978 onthuld.

TING TING ….. de tram in Heerlen ….. TING TING

Vanaf 1 mei 1918 reed er een stoomtram, van Heerlen (Café Cardynaals aan de Sittarderweg) naar Hoensbroek (Staatsmijn Emma aan de Akerstraat noord) en vice versa. Deze stoomtramlijn werd geëxploiteerd door de L.E.S.M. (Limburgsche Electrische Spoorweg Maatschappij), een dochterbedrijf van de Staatsmijnen.

Een stoomtram zag er ongeveer zo uit.

Op 1 juni 1922 werd deze stoomtramlijn overgenomen door de L.T.M. (Limburgse Tramweg Maatschappij). De L.T.M. was voor een deel (43%) in handen van de Nederlandse Spoorwegen.

Op 29 oktober 1923 deed de elektrische tram zijn intrede en werd de tramlijn Heerlen Hoensbroek verlengd tot bij het station in Sittard. Een jaar later werd de zijtak naar Brunssum (staatsmijn Hendrik) in gebruik genomen. 

In 1926 werd de tramlijn Heerlen – Kerkrade Holz in gebruik genomen en in 1928 kwam werd er bij Valkenhuizen (gehucht achter de Heerlerbaan) een aftakking gemaakt naar de Locht. Aan de duitse grens kon je, indien nodig overstappen op Akense tram.

De trams op het Emmaplein

De tram uit Kerkrade kwam via de Akerstraat het centrum binnen en draaide op het Emmaplein rechtsaf om vervolgens via de Emmastraat, Wilhelminaplein, Willemstraat en Stationstraat bij het eindpunt voor het station uit te komen. De tram naar Kerkrade vervolgde  zijn weg terug via de Saroleastraat (zie foto), Geleenstraat en Emmaplein de Akerstraat in.

Toen de spoorbrug in 1929 gereed was kwam de tram uit Sittard / Brunssum onder deze brug door en sloeg daar linksaf om bij het eindpunt aan de Parallelweg de passagiers uit te laten stappen. Voor de weg terug moest eerst een rondje gemaakt worden door de stad. Saroleastraat – Geleenstraat – Emmaplein (linksaf) – Emmastraat – Wilhelminaplein – Stationstraat – tunnel.

Aan de Grasbroekerweg lag de tramremise waar onderhoud werd gedaan aan de trams. Vanwege de continudienst in de mijnen reden de trams  bijna dag en nacht. In 1950 werd het vervoer overgenomen door de bussen van de LTM. De laatste tram uit Kerkrade arriveerde op 14 mei van dat jaar voor het station in Heerlen. 

Ting ……. ting

Met dank aan Wim Giebels en Harrie Kuijpers.

Centraal station Heerlen

Op 5 augustus 2019 is het nieuwe station van Heerlen in gebruik genomen. Heerlen gebruikt in totaal drie stations maar heeft er vier. Sinds de herindeling van 1982 mogen we station Hoensbroek ook een Heerlens station noemen. Het stationsgebouw van Hoensbroek is helaas afgebroken. In 2007 werd station de Kissel in gebruik genomen maar is ook alweer gesloten, waarschijnlijk te weinig klanten.  Station meubelboulevard is sinds 2010 in gebruik.

Heerlen was in de negentiende eeuw een dorp (vijf- à zesduizend inwoners) waar boeren uit de omgeving naartoe kwamen om hun producten aan de man te brengen. Het stratenplan was heel eenvoudig: de Akerstraat richting Aken, de Geleenstraat in de richting van Valkenburg, de Klompstraat richting Schaesberg en de Willemstraat die overgaat in de Sittarderweg richting Sittard. Heeft een mens meer nodig, kun je je afvragen.

Langs deze hoofdwegen lagen wat woningen, kleine bedrijfjes en boerderijen, daaromheen velden met verspreid een boerderij of een kasteel uit lang vervlogen tijden. Uiteraard vormde de kerk het middelpunt van het dorp Heerlen.

Heerlen 1822

In 1853 werd de spoorlijn Maastricht – Valkenburg – Simpelveld – Aken in gebruik genomen. Hierdoor werd het in de marktplaatsen van oostelijk zuid Limburg minder druk. Handel is daar waar bedrijvigheid is en andersom.

Ir. Henry Sarolea realiseerde een spoorwegverbinding van Heerlen naar het noorden nadat hij samen met de gebroeders Honigmann toestemming had gekregen om kolenmijnen te beginnen in Heerlen en omgeving. 

Toen op 1 mei 1896 de spoorlijn Sittard – Herzogenrath in gebruik werd genomen trok de handel aan als nooit daarvoor. Maar dat verhaal vertellen we wel een andere keer.

Bij een spoorlijn hoort een station, en zo geschiedde het dat er ook in Heerlen een eenvoudig station werd gebouwd. In Hoensbroek, Nuth en Schaesberg stond een exacte kopie. Eenheidsworst dus.

Station Heerlen 1898

Het eerste station van Heerlen, gebouwd in 1894 door de Nederlansche Zuider Spoorwegmaatschappij. De eerste officiële trein arriveerde pas in 1896.

Om het forenzen vervoer van en naar de mijnen te vergemakkelijken werd er in 1915 een spoor gelegd tussen Heerlen en Schin op Geul, voor de aansluiting op de spoorverbinding tussen Maastricht en Aken. De treinen werden zelfs enige jaren door de mijn betaald.

Station Heerlen

Links naast het eerste station werd het tweede station van Heerlen gebouwd dat in 1913 gereed kwam. Het eerste station werd vanaf toen gebruikt voor en door het personeel.

Het tweede station kenmerkte zich door het torentje met klok en windhaan en het imposante stationsgebouw met veel versieringen. De architect is waarschijnlijk Van Heukelom, werkzaam bij Staatsspoorwegen. In 1985 werd het station afgebroken.

In oktober 1977 werd de eerste paal geslagen voor het acht verdiepingen hoge kantoorgebouw “ De Hoppenhof” naar een ontwerp van architect Ir. J. Bak van NS dochter Articon die tevens het derde station van Heerlen heeftontworpen dat in 1985 in gebruik werd genomen. De LTM bus onderneming werd in de, aan de noordzijde gelegen Hoppenhof gevestigd.

Het stationsgebouw met tunnelingang en de Hoppenhof op de achtergrond

Om een verbinding te maken tussen de noord- en zuidzijde kwam er een tunnel onder het spoor door met de stationshal op tunnel niveau.

De stationstunnel

Tunnel ingang waarvan de zwarte  lagen metselwerk verwijzen naar kolen lagen en waar de laatste brok kolen uit de ON III mijn is ingemetseld.

Het vierde station van Heerlen is een ontwerp van de kunstenaar Michel Huisman en maakt deel uit van het Maankwartier. Het is op 5 augustus 2019 in gebruik genomen,  nadat de reizigers zich zeven jaar hebben moeten behelpen met een noodstation.