Heerlen had relatief veel bioscopen in de twintigste eeuw, die met elkaar nog veel meer namen hadden, want iedere nieuwe exploitant of eigenaar wilde zich onderscheiden door z’n bioscoop te voorzien van een naam die goed in het gehoor lag, een goede uitstraling had en niet leek op een van de bestaande bioscoop namen.
Union
De eerste bioscoop in de Saroleastraat was de Union. Deze bioscoop, van eigenaar J. Schiffers werd op 17 november 1912 geopend. Vanaf 1919 werden hier alleen nog films uit het “wit” programma vertoond, deze films voldeden aan de rooms-katholieke normen. In 1925 kochten de gebroeders Martens de exploitatierechten van de Union en sloten de bioscoop om de concurrentie met hun eigen bioscopen, Hollandia en Universal te verkleinen. In 1932 heropende Jean Martens de Union onder nieuwe naam City. In 1935 kochten de gebroeders Hirschberg de exploitatierechten van de City theater.
Schouwburgbioscoop
Om financiële redenen wilde men in de schouwburg aan de Klompstraat, op weekdagen de zaal verhuren aan een bioscoopexploitant. Jean Martens, die net bij de Hollandia was ontslagen (eind 1929) kon daar dus direct weer aan de slag. Zijn neef Pierre was naar Den Bosch vertrokken om zich volledig te richten op zijn bioscopen daar.
In 1930 besloot de gemeenteraad om de Schouwburgbioscoop een geldlening te verstrekken van 75.000 gulden en burgemeester van Grunsven te benoemen tot voorzitter van het stichtingsbestuur.
Dhr Vijgen, de nieuwe directeur van de Hollandia vocht deze “oneerlijke” concurrentie tot op het hoogste juridische niveau aan, maar het werd van de hand gewezen. Hij stapte naar de Nederlandse Bioscoopbond en de Schouwburgbioscoop werd geboycot door de levering van films tegen te houden. Burgemeester van Grunsven die aandeelhouder was van de Nederlandse Bioscoopbond, dreigde om alle Heerlense bioscopen te sluiten als de boycot niet opgeheven werd. De boycot werd opgeheven en op 17 oktober 1930 opende de Schouwburgbioscoop.
In 1935 wordt de exploitatie overgenomen door de gebroeders Hirschberg. Als de schouwburg verhuist naar het van Grunsvenplein (november 1961) blijkt dat de bioscoop in z’n eentje moeite heeft om het hoofd boven water te houden. In 1967 werd de biocoop gesloten en de exploitatierechten overgeschreven naar het “Passage Theater” met 378 zitplaatsen. Hier worden al snel na de opening alleen maar sexfilms gedraaid. In 1984 sluit ook deze bioscoop.
De Spiegel
Cinéclub Inpoet was de naam van het eerste Limburgse filmhuis. In 1969 begonnen ze met het vertonen van alternatieve films; films die niet commercieel genoeg waren voor de bioscopen.
In 1986 kreeg het filmhuis z’n eerste officiële onderkomen aan de Akerstraat, daarna verhuisde het naar de Nor en vervolgens naar de kleine zaal van de schouwburg. Inmiddels heeft filmhuis “De Spiegel” ook al de filmzaal in het Glaspaleis achter zich gelaten. Anno 2019 (november) kun je de alternatieve film bekijken in de Royal.
Bronnen: Land van Herle – R. Braad Boek – Royal – Ivo Senden
Add a Comment