Gashouders

Door steenkool te verhitten zonder toetreding van zuurstof werd er “lichtgas” gewonnen ook wel “stadsgas” of “steenkoolgas” genoemd. Het gas werd in het begin van de twintigste eeuw gebruikt om de straatverlichting in de stad te laten branden, vandaar ook de benamingen licht- en stadsgas. Naderhand werd het ook gebruikt voor verwarming en om op te koken.

Het gas werd opgeslagen in zogenaamde gashouders. In Meezenbroek stonden er twee van het “natte” type uit 1934 en een bolgashouder uit 1955. Aan de Spoorsingel stond ook een bolgashouder. De productie van het gas vond in onze omgeving plaats door de mijnen, in andere plaatsen in Nederland had men gasfabrieken waar de kolen verhit werd en het gas gewonnen. Door de ontdekking van de aardgasbel en de sluiting van de steenkoolmijnen werden de gashouders overbodig en gesloopt.

Er waren verschillende soorten gashouders

  • De natte gashouder
  • Telescopische gashouder
  • Schroef gashouder
  • Gashouder met beweegbaar dak
  • Bolgashouder

Geïnteresseerden worden verwezen naar het het rapport “gasproductie en gasdistributie” waarin gedetailleerder wordt ingegaan op de techniek. 

Een aantal gashouders hadden nog een functie, ze dienden als herkenningspunten voor vliegtuigen. Langs de Nederlandse luchtroutes werden de daken van de gashouders voorzien van een noordpijl en een tweeletterige plaatscode. In 1914, aan het begin van de eerste wereldoorlog zijn deze luchtvaart bakens uit voorzorg overschilderd. Na 1918 zijn ze weer aangebracht om eind dertiger jaren weer te verwijderen en zelfs in camouflage kleuren te worden overschilderd.

Tags: geen tags

2 reacties

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *