In de nacht van 14 mei 1943 stegen vanuit Chedburgh Airfield 19 gloednieuwe Stirling-bommenwerpers op. Beladen met 1105, 4 ponders – 65, 4-ponders ‘X’ en 88, 30 ponder brandbommen
Rapporten van de Luchtbeschermingsdienst (LBD) in de gemeente Heerlen:
01:47 uur
Er wordt luchtalarm gegeven.
01:49 uur
Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: ‘zwaar motorgeronk van west naar oost’.
01:52 uur
LBD post bij de vroedvrouwenschool op Heerlerbaan meldt: “Luchtgevecht in noordelijke richting en afweer in het oosten.”
02:01 uur
Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: “Vliegtuig brandend neer in oostelijke richting”.
Het is duidelijk dat in de omgeving van Heerlen Luftwaffe-nachtjagers de bommenwerpers onderschept hebben.
02:10 uur
Melding: “In noordoostelijke richting stort wederom een vliegtuig brandend neer”.
02:14 uur
De LBD-post Vroedvrouwenschool komt tenslotte met de melding van een crash “Lichtverschijnsel in noordwestelijke richting, luchtgevecht boven de stad, vliegtuig in brand”.
02:14 uur
Uitkijkpost op het warenhuis Schunck meldt: “vliegtuig stort brandend neer in de richting Schaesberg”.
02:16 uur
Men ziet het toestel brandend neerstorten in de richting Heerlerheide.
02:20 uur
Melding: “aan de Schelsberg, vliegtuig brandend neergestort; woning in brand”.
De 22 jarige radio-telegrafist, Warrant-offices Leslie Sutcliffe, van de R-9242 vertelt van het luchtgevecht: “We waren met een lading brandbommen op weg naar het doel toen we plotseling werden aangevallen door een JU-88, onze kist vatte vlam en het enige dat ik mij nog herinner is dat ik mijn in brand gevlogen parachute bluste en het toestel verliet”.
Uit waarnemingen op de grond bleek het niet te gaan om een JU-88 maar om een Messerschmidt die van de basis Venlo was opgestegen om de bommenwerpers op weg naar Bochum aan te vallen. De Duitse piloot Leutnant Schön behaalde in die nacht zijn vierde overwinning. In totaal zou hij 9 overwinningen behalen totdat hijzelf op 20 oktober 1943 om het leven kwam.
De machtige Engelse bommenwerper stortte in stukken naar beneden; een gedeelte van de cockpit/romp, vleugel en motor kwam neer bij de voet van de Schelsberg, terwijl de rest van het toestel richting Palemig viel en terecht kwam in de heide nabij het pompstation van de kolenmijn Oranje Nassau IV. Het pand gelegen aan de Schelsberg nummer 17 werd geheel verwoest en de wrakstukken van de Stirling sloegen vlak achter het huis een krater van 15 bij 7 meter met een diepte van circa 7 meter.
Rond half drie vlogen de Engelse bommenwerpers van oost naar west nadat ze hun bommen op Bochum hadden laten vallen, waarbij 394 gebouwen vernield en 716 zwaar beschadigd werden. Onder de bevolking van Bochum waren 302 doden te betreuren.
In het pand aan de Schelsberg nummer 17, waar destijds de familie Gilissen woonde, raakte een viertal personen zwaar gewond; drie van hen zijn de volgende ochtend aan hun verwondingen bezweken.
Langs de weg werd een vijfde zwaargewonde, bewusteloze man gevonden, het was de 22-jarige radio-telegrafist van de R-9242. Hij werd die nacht met een bekkenbreuk overgebracht naar de verbandkamer van de ON IV en later naar het St. Josephziekenhuis in Heerlen. Na een week werd Sutcliffe overgebracht naar een militair hospitaal te Aken waar hij tot omstreeks 28 juli verbleef. Daarna vertrok hij voor ondervraging naar het gevangenenkamp Dulag Luft bij Frankfurt. Uiteindelijk kwam Sutcliffe in kamp Stalag IVB bij Mühlberg a/d Elbe terecht waar hij in 1945 door het Rode Leger werd bevrijd.
Navigator Minton en bommenrichter Gullick, werden eveneens gevangen genomen.
Piloot Sergeant Gibbney
Boordwerktuigkundige Sergeant Stannard
Boordschutter Sergeant Leake
Boordschutter Sergeant Tinkler
…….. heben de crash niet overleeft. Slechts één lichaam is teruggevonden maar kon niet meer geïdentificeerd worden. Het lichaam is begraven op de gemeentelijke begraafplaats van Heerlen aan de Akerstraat. Het graf van de onbekende RAF sergeant is een monument voor de vier jonge mannen die in de nacht van 14 mei 1943 hun leven lieten in het gevecht voor onze vrijheid.
Bron: Peter Pauwels
Mijn opa Johannes Mulderij.
Was verzet strijder.
Hij werd verraden en afgevoerd.
Mijn Vader vertelde mij dat er een vliegtuig was neergestort op de
schelsberg.
Wat hij mij ook vertelde,dat op de zolder van van hun ons huis toen ,n Amerikaan zat…..hij wist ja het verschil niet tussen Amerikaanse en Engelse taal…
Hij vertelde het was geen lieverdje,,mijn oma kreeg zeep voor te wassen…en chocolade…naast ons woonde Duitsers.met de Hitler vlag…
Wat ik vermoedt door de taal dat er angst was dat die persoon zo tegen mijn oma deed en de kinderen.
Ik ben al bijna 5 haar bezig geweest om uit te zoeken wat er allemaal gebeurt..vanaf de eerste wereld oorlog die mijn opa en oma hebben mee gemaakt…
Ik ben nog niet klaar met het onderzoek…
Maar ik blijf doorgaan tot alle puzzels zijn gelegt.
Hef wordt n verhaal dat kan ik wel zeggen.
Ik hoop dat ik n mooi boek kan maken.