Landsfort Herle

In de 12de eeuw werd Herle in bestuurlijke zin onderdeel van het graafschap Valkenburg dat later in handen kwam van de hertogen van Brabant. De vesting is door Leo van Hommerich, stadsarchivaris van 1938-1975, landsfort gedoopt. Dit is een terechte naam voor de vesting omdat deze diende in de verdedigingslinie van de landsheer, destijds de hertog van Brabant.

Het hertogdom Brabant vormde, vanaf het midden van de middeleeuwen tot aan de negentiende eeuw, een in grootte wisselend grondgebied in de Lage Landen dat op basis van het feodale stelsel in bezit was van, en werd bestuurd door, leenmannen.Het hertogdom Brabant besloeg op een gegeven moment geheel Brabant (Het Vlaamse, Waalse  en Nederlands deel), provincie Antwerpen, het gewest Brussel en het Land van Overmaas (Zuid Limburg tot aan Herzogenrath) 

In de hagiografie (biografie van een heiligen) van de heilige Gerlachus uit 1225 wordt “castrum Herle” voor de eerste keer genoemd. Ofschoon het waarschijnlijk is dat Herle ouder is, gebruiken we toch dit jaartal als begindatum. Castrum betekent legerkamp, er was dus al een kamp maar in welke vorm is niet bekend.

In de 13e eeuw is er een strijd gaande tussen Koenraad van Hochstaden, aartsbisschop van Keulen, en de hertog van Brabant waarbij in 1239 naar het schijnt Heerlen wordt veroverd en in de as gelegd omdat Lotharius II en zijn zoon Theodericus II in deze strijd partij kozen voor hun broer/oom Koenraad. In 1244 werd in Roermond een vredesverdrag gesloten tussen Theodericus II van Ahr-Hochstaden en de hertog van Brabant, waarbij de eerstgenoemde toestemming kreeg om de burcht te herbouwen. Bij het herbouwen van de burcht ging de Schelmentoren, die er al sinds de 12e eeuw stond, deel uitmaken van de walmuur.

Reconstructietekening van het Landsfort anno 1394 door Mikko Kriek

De walmuur was 6 meter hoog en 2 meter dik, opgebouwd uit kunradersteen. Dat is een steen die in de buurt van Heerlen te vinden is. Het is ook waarschijnlijk dat  een deel van de muur gebouwd is met resten van vervallen Romeinse gebouwen die een paar honderd meter verderop hebben gestaan. 

Om de walmuur liep een gracht van ongeveer 12 meter breed en ‘n meter of 5 diep. Deze gracht is aan het einde van de 14e eeuw aangelegd omdat men in 1379 daarvoor pas toestemming kreeg.

In een wijde boog om het Landsfort liep nog een tweede gracht om het fort op de plaats waar nu de Dautzenbergstraat is tot aan de Klompstraat achter het Cityhotel langs en bij Putgraaf weer rechtsaf tot aan het Raadhuisplein en via de Raadhuisstraat weer naar de Dautzenbergstraat. Dus waar het kunstwerk “De Druppel” van Ivon Drummen staat, liep vroeger dus een gracht.

Veemarktpoort – Kerkhofpoort

De poort lag in oostelijke richting, waar nu de trap is naar de Pancratiusstraat ter hoogte van kunsthandel Van Wersch. De naam geeft ook al aan waar de poort lag, bij de veemarkt maar ook bij het kerkhof. De veemarkt lag op de plek waar nu het Wilhelminaplein ligt. Waarom die veemarkt hier lag is niet bekend. Soms ontstaan dingen gewoon op een plek. Water voor het vee was er voldoende aan alle kanten van het Landsfort dus dat kan de reden niet zijn geweest. Langs de overzijde van het Wilhelminaplein liep de tweede gracht.

Trichterpoort – Akerpoort 

Deze poort bevond zich tegenover het midden tussen wat nu de Geleenstraat en Akerstraat is. 

Keulsepoort 

Deze bevond zich bij de Gasthuisstraat, dat was vroeger de weg naar Keulen vanuit Herle.

Binnen het Landsfort bevonden zich de Sint Pancratiuskerk met een begraafplaats, de Schelmentoren en een aantal huizen.

Sint Pancratiuskerk

In een schenkingsakte van bisschop Udo van Toul uit 1065 wordt naast de wijding van de kerk in Voerendaal in het jaar 1049, door paus Leo IX ook de Martinuskapel en de Andreaskapel genoemd. Deze laatste stond vermoedelijk op de plek waar nu de Sint Pancratiuskerk staat. Door de eeuwen heen is de kapel een heuse kerk geworden.

De kerktoren van de St.-Pancratiuskerk (Turis major (de grote toren)), was in 1394 als een verdedigingstoren (dungeon of dunjon) gebouwd of gereedgekomen. De toren had toen geen spits en geen ingangen op de begane grond.

Begraafplaats / Kerkplein

Pancratiusplein Noord werd vroeger het Kerkplein genoemd, het was een omsloten plein zoals dat nu ook is. Eind jaren zestig zijn de huizen en de daartussen liggende stadsmuur afgebroken om zo de kerk beter tot zijn recht te laten komen. Eind jaren 80 waren de inzichten en meningen weer anders en is nieuwbouw gekomen. 

Naast de kerk bevond zich een ommuurde begraafplaats die in 1821 zo vol was dat men besloot om een tweede begraafplaats aan te leggen aan de Akerstraat 37a. In verband met de verbouwing van de kerk in 1901 zijn alle graven geruimd of verplaatst.

Gewelfgangen

Onder het kerkplein bevonden zich grote gewelfgangen, die als schuilplaats en magazijn dienden. Alle gewelven zijn gebouwd van kunradersteen en baksteen en hebben een hoogte van ongeveer 2 meter; de dikte der scheidingsmuren was ruim 1 meter en de bovenkant was  ± 30 centimeter dik.

De huizen zijn later OP de ondergrondse gewelfgangen gebouwd, en werden als kelder gebruikt.  Op de plaats van de huidige crypte bevond zich ook een keldergewelf.  Ondergronds stond de Schelmentoren in verbinding met de kerktoren (toen een dunjon of dungeon). Het is aan te nemen dat de oude vesting een lange “vluchtgang” gehad zal hebben tot buiten de vesting.

De Schelmentoren

De Schelmentoren, ook wel Turis minor (de kleine toren) genoemd, dateert waarschijnlijk uit de 12e eeuw en was een verdedigbare woontoren van de Rijnlandse graven Van Ahre (Theoderich), de toenmalige heren van Heerlen.

Nog een stukje geschiedenis:

Een van de meest roemruchte belegeringen uit de Heerlense geschiedenis vond plaats in 1542. Troepen van het hertogdom Gelre onder leiding van Maarten van Rossum, een nietsontziende krijgsheer met een lange lijst van wapenfeiten, omsingelden de vesting. De Heerlenaren hielden stand tot het Brabantse leger te hulp kwam.

Toen in 1661 Heerlen Staatse werd, verloor het fort zijn functie en was er geen geld meer beschikbaar voor onderhoud. (De Staten-Generaal is de regering van de Republiek der Verenigde Nederlanden en wordt kortweg de Staat genoemd. Staatse periode (1661-1794))

In 1670 werd aan de Staten-Generaal subsidie gevraagd voor het herstel van de poorten en de walmuur; het verzoek werd afgewezen. 

In de achttiende eeuw zijn al delen van de vestingmuren afgebroken en ook al grachten en waterlopen in fases gedempt. Halverwege de 19e eeuw zijn alleen de noord- en zuid gracht nog aanwezig. Als laatste werd de gracht aan de Bongerd (noordgracht) rond 1900 gedempt. 

Anno 2024 is achter de Sint Pancratiuskerk en in sommige kelders nog een deel van de walmuur (volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de oudste walmuur van Nederland) te zien.

Plaarstraat

In 1967 zijn in de Plaarstraat gemetselde gewelven ontdekt uit de 16e eeuw (Gelderse oorlog). Deze gewelven dienden waarschijnlijk als kazematten die aangesloten waren op een gangenstelsel.

Maquette 

De Bronzen maquette op het Pancratiusplein geeft het Landsfort Herle weer zoals het rond het jaar 1400 uitgezien zou kunnen hebben, met een walmuur, een gracht, de schelmentoren (die in die tijd Bickelstein genoemd werd) en de kerk in het midden. We zien drie stadspoorten, een kerkhof en enkele huizen.

Kroniek van Landsfort Herle:

  • Begin 11e Mottekasteel 
  • 1225 wordt “castrum Herle” voor de eerste keer genoemd. 
  • 1239 Castrum Herle werd verwoest door de hertog van Brabant.
  • 1244 Theodericus II van Ahr-Hochstaden mag het fort weer opbouwen.
  • In 1318 werd Heerlen als “oppidum” aangeduid, een term die juridisch wordt gezien als voorstadium van een stad.
  • 1379 Toestemming om grachten te graven
  • 1542 Belegering door Maarten van Rossum. 
  • 1580 tot 1610 Spaans bezetting
  • 1670 Subsidieverzoek voor onderhoud aan het fort wordt door de Staat afgewezen
  • 1795 Franse bezetting van Heerlen.
  • 1821 Begraafplaats naast kerk is vol. Er wordt een tweede begraafplaats aangelegd aan de Akerstraat.
  • 1862 Alleen de noord- en zuid gracht zijn er nog.
  • 1900 Gracht aan de Bongerd gedempt.
  • 1901 Alle graven naast de kerk worden geruimd of verplaatst.
Tags: geen tags

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *