Pancratiuskerk

Eind 12e eeuw is de Sint Pancratiusparochie opgericht, nadat Dirk van Are had bewerkstelligd dat Heerlen kerkelijke losgemaakt werd van de moederkerk Sint Laurentius in Voerendaal. (de Laurentiuskerk is door paus Leo IX geconsacreerd en is daarmee de enige kerk in Nederland die door een paus in ingewijd). Toen is men ook gaan bouwen aan de huidige romaanse Rooms Katholieke kerk.
De kerk is door de eeuwen heen vele malen verbouwd en gerestaureerd.

In het midden van de 11e eeuw wordt de Sint Andreaskapel genoemd. Deze is waarschijnlijk van hout.
In de 12e eeuw wordt er een (stenen?) westwerk tegen de kapel aangebouwd. Het betreft een toren maar niet deze toren.
In de 12e/13e eeuw wordt de houten kapel/kerk vervangen door een stenen kerk.
Eind 14e eeuw is het westwerk vervangen door een toren (een donjon) met een defensieve functie. Er zijn twee ophogingen zichtbaar in de toren.

De donjon werd tegen de kerk aangebouwd en had geen torenspits. Op de begane grond van de donjon waren geen ingangen om in de toren te komen, niet van buiten en niet vanuit de kerk. Op de eerste verdieping was een deur die je alleen met een lange ladder vanuit de kerk kon bereiken. Van daaruit kon je via luiken en met ladders naar boven of beneden. Op die manier was elke verdieping apart te verdedigen.

De hertog verleende aan de bewoners van Heerlen refugierecht; dat is het recht om in tijden van oorlog een veilig heenkomen te zoeken binnen het landsfort. Boven het kerkgewelf waren kamertjes voor hun tijdelijk onderdak. Deze waren alleen vanuit de toren bereikbaar.

In 1606 waait bij een hevige storm een deel van de toren op het middenschip. De kerk wordt tijdens de reparatie aangepast en vergroot.
Midden 19e eeuw vindt er een uitbreiding plaats in oostelijke richting en worden de kerk toegangen in de toren gemaakt omdat de toren geen militaire functie meer heeft.
Van 1901 tot 1903 vindt er een grote verbouwing plaats o.l.v. architect Jos Cuypers (zoon van Pierre Cuypers uit Roermond die o.a. het centrale station en het rijksmuseum in Amsterdam heeft ontworpen). De kerk wordt vergroot met een transept, vieringtoren en een nieuw priesterkoor
Tussen 1959 en 1962 vind er een verbouwing plaats o.l.v. architect Frits Peutz waarbij o.a. De sacristie van Cuypers wordt vervangen en er een doopkapel wordt gerealiseerd.

Van 1649 tot 1830 werd de kerk door zowel katholieken en protestanten gebruikt. Het simultaneum. Dit leidde herhaaldelijk tot pesterijen en vechtpartijen waar beide groepen zich schuldig aan maakten.

“Elke” zaterdagmiddag (van 14 tot 16 uur) is de kerk open en zijn er gidsen aanwezig die u kosteloos rondleiden. U kunt dan o.a. de plafondschilderingen van Charles Eyck en de glas in lood ramen van Eugène Laudy bewonderen.

Tags: geen tags

Add a Comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *